Wij in de wei
Zo goed als iedereen is weer terug van weg geweest, van les vacances. De
zomer, of wat daar dit jaar voor moe(s)t doorgaan, loopt op z'n laatste benen.
Tenten en toebehoren zijn weer naar de zolder gezeuld. Vouwwagens, campers en caravans
staan weer op stal. Tot de volgende keer! In ons stadje valt vrijwel geen NL nummerbord
meer te bespeuren. Menige supermarché is 's zondagsochtends weer gewoon
gesloten. Behálve die van…François en Francine!
Zolang de loop, en een beetje redelijk weer er nog in zitten blijven zij de moed er
in houden. Dat moet vermoedelijk ook wel. Moedige lui, die twee. Altijd even
opgewekt.
In zekere zin een wéreldzaak. De kleine man tegen de grote jongens.
Gewéldig.
Niks zeilen strijken, niks mast omlaag… Kinderen van Jan Stavast.
Lavéren. Voilà!
François heeft iets weg van Peter Sellers, maar dan met een olijker, boller
hoofd. En met wie zijn altijd keurig gekapte Francine te vergelijken valt? Tineke
Schouten met bril, maar iets minder olijk en smaller van gelaat. Ach, om je maar een
idee te geven.
De laatste tijd ben ik een paar keer met Harry meegegaan, had ie even behoefte
aan.
Samen naar beneden, naar het centrum. Vanuit het café (ja, hét
café) kijk je pal op een winkel waar ze de mooiste producten van Mère
Nature verkopen. Bijvoorbeeld Super artisjokken! Ongelogen waar. Groente, fruit,
kruiden en zaden. En langzaam maar zeker ook weer paddestoelen. Vandaar die wei! Want
Harry vertelde mij een paar mooie wetenswaardigheden, oud Franse volksgebruiken.
We waren half juni teruggekeerd uit de Languedoc en hij bevond zich weer in zijn eigen vertrouwde omgeving. Daar waar hij zich zo thuis was gaan voelen, in wat men wel het Toscane van Frankrijk noemt. Waar de natuur zich ieder voorjaar weer onverstoorbaar en uitbundig manifesteert. Juichend haast. In een lieflijk glooiend landschap waar weiden worden afgewisseld met bossen, kreupelhout en visvijvertjes. (In zeker opzicht zoals het Brabant uit Harry's jeugdherinneringen).
In dit land waar druiven in het wild langs de smalle kronkelweggetjes groeien.
Waar de buizerds en valken steevast fier en nors bovenop een paaltje of een rol hooi
rond zitten te spieden. Waar de vossen bijna grijnzend voor je neus bij klaarlichte dag
je pad kruisen. Daar waar de dassen volgens hem nog steeds geen beschermde diersoort
vormen en soms bij nacht en ontij op of langs de kant van de weg worden gevonden,
vermoedelijk het slachtoffer van hun eigen weerloos trage voortbewegen.
Waar herten en reeën in de herfst, bij uitstek op maandag, onverhoeds vluchtend opduiken. Na in het weekend van en door de jagende mens belaagd te zijn geweest. Terug naar 'eigen huis'. Want de jacht is er nog lang niet verworden tot tijdverdrijf. Het is een jaarlijks ritueel dat zich voornamelijk in het weekeinde voltrekt en waarin het wild juist dan in levensgevaar verkeert. Het betekent vlees in de vriezer voor de soms strenge winter. Ook zúlke gulle gaven van moeder Natuur, voor de overwegend pauvre bevolking van met kwistige Hand gezaaide dorpjes in die golvende campagne.
Er is een oude wet in Frankrijk nog springlevend als het gaat om die gulle
gaven.
Bijvoorbeeld wanneer de paddestoelen als witte kiezelstenen in de weilanden staan. De
bewoners oproepend om toch vooral geplukt en vers dan wel, geblancheerd en ingevroren,
op een later tijdstip te worden verorberd. Zolang er géén vee graast in
die weilanden mag iedereen, maar dan ook iédereen die paddestoelen
verzamelen.
En daar, in dat land, in die sfeer, tussen die ongecompliceerde medemensen was Harry
zich als een paddestoel in de wei, als een vis in het water thuis gaan voelen.
Wat hij meer dan eens met eigen ogen heeft gezien: bij elke pharmacie hangt in
het seizoen een vierkleuren poster met afbeeldingen van alle eetbare én giftige
soorten op een markante plek aan de muur. Waar vind je ook dat nog? Daar dus,
hiér.
Nog maar even geduld en we zien mensen zich weer verspreiden over de weiden vol
lekkernijen. Maar dan moet de binnenkant van de hoedjes wel roze lamelletjes
bevatten. Ga voor alle zekerheid eerst maar even bij de apotheek langs.
Het 'als een vis in het water', dans son élément, staat er trouwens ook niet voor niets. In het seizoen heeft iedereen een soort recht van overpad op de strook grond ter breedte van een meter langs weerszijden van eender welke stroom of rivier. Ongeacht wie de desbetreffende oever toebehoort. Wat de natuur ons in die vorm aan leeftocht voorhoudt; in haar eeuwigdurende cyclus; is al evenzo bedoeld voor elke medemens. Daar mag niet achteloos mee worden omgesprongen. En evenmin mag de één er gewin mee beogen ten koste van de hier toch al zo smalle beurs van de ander, de (materieel!) arme plattelander. Voel je 'm?
Of Harry dit allemaal juist heeft weergegeven is iets waar ik buiten wens te
blijven.
Waar ik wel m'n hand voor in het vuur durf te steken is de verdeling van bomen die in
het gemeentebos geveld moeten worden om andere ruimte en lucht te geven.
Bomen voor de hier natuurlijk nog veel gebruikte houtkachel!
Iedere permanente bewoner van een gemeente heeft het recht zich op zeker moment in
te schrijven voor de jaarlijkse houtkap. En elke gemeente in deze departementen
beschikt wel over een fôret communale. Op zeker moment ontvang je een
uitnodiging om op de aangegeven datum ten stadhuizen te verschijnen alwaar een loting
zal plaatsvinden onder degenen die zich hebben aangemeld. Dat gaat vaak gewoon nog met
opgevouwen briefjes. Ieder krijgt het perceel waarvan het nummer overeen komt met dat
op het door hem of haar getrokken papiertje. Simpel maar uiterst doeltreffend. Het ene
perceel bevat namelijk meer of grotere bomen dan het andere.
Daarom heeft vrijwel iedereen hier een kettingzaag en zie je overal die meterdikke
'muren' van opgestapeld hout staan. Kriskras neergezet. Dat hout vertegenwoordigt niet
zelden een heel kapitaal voor de bezitter. Want zo stookt splinter zich door de winter.
Ook dit natuurproduct mag officieel niet verhandeld worden! Maar:
Zo'n kleine gemeenschap kent nog van die voor ons ouderwetse trekjes.
Het was op zeker moment algemeen bekend dat Harry typisch Franse houten buitenluiken,
volets maakte. Op maat, op bestelling. Komt hun leverancier van het haardhout op
een keer bij hem buurten en begint een heel verhaal over de nu toch wel erg vervallen
staat van de luiken voor het raam en de deur van zijn keuken.
Of Harry misschien nieuwe zou willen maken en plaatsen. Geen punt.
Maar wist boer Pierre wel dat het allemaal hand en maatwerk was en qua prijs dus
niet te vergelijken met de standaarduitvoeringen bij Mr. Bricolage of
Bricomarché? Jazeker, dat besefte hij donders goed en daar had onze
slimme boer (want die heb je ook in Frankrijk echt wel) dus iets op gevonden. Wat Harry
er van vond als hij de tegenwaarde in bois de chauffage, brandhout 'betaald' zou
krijgen…
Je reinste authentieke ruilhandel. En zulk een handelsgeest heeft hij nou weer
wel!
Afgesproken. Zoon Vincent, in het dorp ook wel Vin(g)tcentimes genoemd, zou het
in de komende dagen met de tractor al vast brengen, vooruitlopend op de levering van de
luiken.
Harry mee om op te meten en hij moest en zou een kop koffie drinken met de kleine
iele Pierre en zijn gemoedelijk tonronde schommeltje Justine. Nou, oké. En daar
zaten de heren, 's morgens rond negen uur in de door tl verlichte keuken.
Aan de tafel, bedekt met een met een onduidelijk motief bedrukt plastic kleed.
(Akkoord, 't is geen hoogstaand Nederlands maar volgens mij klopt het wel).
Justine pakte de koffiepot met het toereikend restant van gisteren, goot dat in een
steelpannetje en bracht het nét niet aan de kook op dat prachtige
'hout'fornuis!
In de hoek, op een plank tegen de muur tetterde de télé maar wat
voor zich uit.
De dampende koffie werd ingeschonken en of Harry nou wilde of niet, er hoorde een
petit canon in, een neut stiekem huisgestookte eau de vie! Rond de klok
van negen uur in de ochtend. Kan hier zomaar gebeuren. Proost! Op Harry en ook graag
op..
© Richard Lippert
richardlippert@orange.fr