Uit de fles gezogen
Vanaf het nieuw aangelegde terras van creatief centrum Domaine de Beauvoir kijk ik uit over de fraai aangelegde tuin. Zo te zien heeft de vijver, een betonnen bak in een achtvorm met op het smalste gedeelte een stenen brugje, ook een opknapbeurt gehad. Uit de wind genieten Lenie, Kees en ik van de warme aprilzon. In de Bourgogne is het voorjaar al lekker op dreef. Ed, onze cursusleider, leert ons korte verhalen schrijven.
Je hebt nogal wat vaardigheden nodig om een leesbaar stuk te produceren. Zelfs grote schrijvers hebben er moeite mee, horen we van Ed. De meeste auteurs herschrijven hun manuscripten wel zes keer, voordat ze in druk gaan. Daar ben ik aan de ene kant blij mee. Ik dacht dat ik de enige was die moeite had een tekst te formuleren. Aan de andere kant, als de literatoren zelf er al zoveel moeite mee hebben, zou het mij dan wel lukken ?
We krijgen de opdracht om onze omgeving te beschrijven. Ik kan de vijver redelijk met woorden uittekenen. Een kikker die het leest, zal niet wild enthousiast aan komen rennen, maar zal zeker even pootje willen baden. Een straaljager die over vliegt is moeilijker in woorden te vatten. Ik bekijk mijn notities en krijg medelijden met de piloot. Hij zal heel wat moeite hebben om met het door mij beschreven vehikel zijn basis terug te vinden.
De volgende dag wordt het nog moeilijker. Een verhaal heeft een plot nodig. Er moet iets gebeuren, met iemand, en wel zo dat de lezer wil weten hoe het verder gaat. Dat valt niet mee. Ik kom er niet uit.
's Ochtends verplaatsen we ons naar Toucy, acht kilometer dieper de Bourgogne in. We komen terecht in cafe du commerce aan het Place de la Republique, een typisch frans pleintje. Om het standbeeld in het midden rijdt het verkeer over de ongelijke keien. Het bakkerijtje geurt naar vers brood, ernaast staat glimmend vers fruit uitgestald. De lokale bank gaat net open. Binnen staan twee arbeiders aan de bar. De ene drinkt een kopje cafe noir en de ander werkt zijn eerste wijntje voor deze dag naar binnen.
Ed gaat staan. 'Ga maar mee,' zegt hij, 'ik ga een plot voor je regelen.' We steken het plein over in de richting van de hogergelegen kerk. Ineens duikt Ed links een smal straatje in. Twee lange rijen hoge muren vormen de zijkanten. De kozijnen zijn verweerd en alle luiken gesloten. Electriciteitsdraden hangen kris kras tussen de dakgoten. Kleur is er niet, alleen in de verte gaat een vergeten stuk neon reclame aan en uit.Ed stopt en trekt een deur open. Hoe weet hij dat we hier moeten zijn? Alles lijkt immers op elkaar. We lopen een stenen trap af. Beneden opent Ed een zware houten deur met smeedijzeren scharnieren. We komen in een kelder. Het is er koud en vochtig. Waterdruppels liggen als doorzichtige kralen op de donkere stenen. Harige wortels van een schimmel bedekken hele stukken van het gewelf.
'Wacht hier maar even,' zegt Ed en verdwijnt in het schemerdonker. Aan de andere kant van de ruimte valt een zware deur in het slot. Het geluid echoot door de ruimte en sterft langzaam weg. Dan is het stil, doodstil.
Opeens snijdt een stem door de ruimte. 'He neus, kom eens hier'. Ik kijk verschrikt om me heen. 'Ja jij', bijt de stem me toe. Nu mijn ogen aan het donker gewend zijn, zie ik tegen de wanden wijnrekken staan. Ik realiseer me met een schok dat ik door een fles Champagne wordt toegesproken. Een aantal gedachten schieten door mijn hoofd. Een: Flessen kunnen niet praten. Twee: Ik versta helemaal geen Frans. En drie: ik heb op voorhand een hekel aan iemand die me op deze arrogante toon aanspreekt. Ik haal diep adem, maar bedenk me dan dat ik hier ben om mijn schrijftalent te ontwikkelen.
'Goed', hoor ik mezelf mompelen, 'zeg het maar'. Meteen breekt een kakofonie van rinkelende flessen en schurende etiketten los. Allemaal tegelijk willen ze hun verhaal doen. 'Wacht', zeg ik, 'zo gaat het niet, een voor een', en merk tot mijn voldoening dat ik weer controle over de situatie krijg.
Er zijn blijken nogal wat conflicten te bestaan in het wijnrek. De Champagne vindt zichzelf het belangrijkst. De grand cru's Chablis eisen echter ook de hoofdrol. Hun druiven kwamen immers tot wasdom op de beste akkers slechts paar trossen per rank. In het voorjaar werden de planten met potkacheltjes, bougies, tegen de nachtvorst beschermd. Een groep premier cru's vinden dat ze worden gediscimineerd. Ze hebben dezelfde kwaliteit als de grand cru's, maar worden door de Franse wijnmaffia niet als zodanig herkend.En ook de tafelwijnen en wat verdwaalde buitenlandse flessen eisen een eigen plek in de rekken.
Als alle verhalen ontkurkt zijn, wordt het een stuk rustiger. Wijnflessen zijn net mensen, ze willen gewoon aandacht en na flink heen en weer praten, komen we tot een compromis. Ik bied aan om de nieuwe indeling uit te voeren op basis van consensus.
Als ik de laatste fles op zijn plaats leg, komt Ed weer binnen, vergezeld van een klein gebogen mannetje. Bovenaan zijn rug zie ik een bochel. 'Deze man gaat jou aan je plot helpen,' zegt Ed trots. Dan kijkt hij verbaasd om zich heen: 'Waar ben jij in hemelsnaam mee bezig geweest?'
'Ed', zeg ik,' ik heb mijn verhaal klaar. Het wordt fictie met een sociaal maatschappelijke inslag.' Ik geef het kleine mannetje een hand: 'Jij bent zeker klokkenluider?' Hij knikt. 'Kom jongens,' zeg ik, 'we gaan een wijntje drinken, ik betaal.'
Als we de trap oplopen hoor ik achter ons de flessen tevreden rinkelen.
Het gaat lukken met mijn korte verhaal.
Johannes
Beauvoir, april '03 2003.
« vorige | volgende »
LA VIE EN FRANCE | R.A. Kartinistraat 5 | 3573 XA Utrecht | 0623 617862 | info@la-vie-en-france.nl | Whatsapp | Privacy | 2024 LA VIE EN FRANCE | Originally designed by HTML5 UP | Adapted and edited for CMSimple_XH by fhs | Inloggen