Madam Foucard

Madam Foucard is een Franse 85-jarige vrouw uit het dorp waar wij een tweede huis hebben. Zeker in het begin van ons verblijf in Frankrijk hebben mijn vrouw en ik regelmatig te maken gehad met deze een na oudste inwoonster van het dorp. De ogen en oren van het dorp, de plaatselijke nieuwsvergaarster, de sociale controleur van de gemeenschap, verzorgster van een dementerende echtgenoot, de-bijna-burgermeester, kortom: bij mevrouw Foucard moet je zijn!

Ons huisje in Noord-Frankrijk is gebouwd in een soort van boomgaard. Eigenlijk mag het de naam boomgaard niet hebben. Het is een groot stuk weiland, licht oplopend richting een aardige heuvelrug met her en der fruitbomen. Geen fruitbomen mooi in een rijtje, drie meter ertussen en dan de volgende, nee, verspreid over het weiland staan enkele appel- en perenbomen, drie gigantische kersenbonen, en het goud van het noorden: vijf mirabellenbomen. En dan heb ik het niet eens over de twee walnotenbomen waar mijn vrouw helemaal gek op is!

We hebben dit huis gekocht van de oudste zoon van madam Foucard. Tijdens het gehele aankoopproces hebben we deze man echter nooit gezien of gesproken. Hij woont inmiddels in een mooi berghuis, ergens in de Haute Savois, ver van zijn oude, bemoeizuchtige moeder waarmee hij blijkbaar ruzie heeft. Alle aankoopzaken zijn geregeld door de plaatselijke notaris/makelaar maitre Thomas.

Op het terrein staat ook een nog oude timmerwerkplaats. Deze was het eigendom van de man van madam Foucard. De monsieur Foucard bleek een respectabel timmerman en heeft, blijkt achteraf, ook meegewerkt aan de bouw van ons huis. De werkplaats, of het atelier zoals de dorpsbewoners het noemen, is verlaten. En het ziet er van binnen nog steeds zo uit, zoals monsieur Foucard het ergens in de tachtiger jaren op zijn laatste werkdag heeft achtergelaten.

Oude, versleten werkbanken van hout, een kapotte motorlintzaag, bergen houtkrullen en kasten vol met oud en verroest gereedschap. Gereedschap dat op de plaatselijke brocantes nog wel de nodige euros uit de zakken van de Hollanders kan trommelen.

Nu wil het geval dat in eerste instantie de stroomvoorziening van ons huis via het atelier liep. Het huis had geen eigen aansluiting.Wij vonden dit eigenlijk niet zo erg. We hadden stroom, we hadden water, dus werd het genieten van alle gemakken.

Maar soms gebruikten we blijkbaar iets teveel Franse stroom tegelijkertijd: de Bezige Boiler, zes verwarmingselementen her en der in huis, de Philips badkamerverwarming, de Super-Senseo, de Waanzinnige Waterkoker, diverse lichtpunten, de Finse Sauna, de 15000-toeren boormachine, de Kliefende Kloofmachine, de accu-opladers, twee koelkasten, de Broodnodige Broodmachine, het Schurende Scheerapparaat, die Klote Kleurentelevisie die- het- eigenlijk-niet-goed-doet, een Grazende Grasmachine en... een superzuinig nachtlampje!

Dus met grote regelmaat sloegen bij ons in de woning de stopppen door en moesten wij met hangende pootjes bij madam Foucard langs, de sleutel van het atelier te vragen, om aldaar de hoofdschakelaar weer terug te zetten. Het vragen naar deze sleutel ging in het begin vooral gepaard met het eten van haar zelfgemaakte suikertaarten, het drinken van eigen gestookte mirabellenlikeur, de laatste dorpsroddels waar wij niets van begrepen en de vele ergenissen aangaande haar demente echtgenoot. En dan wil ik het niet eens hebben over alle famileruzies binnen de familie. Monsieur Foucard lag in een voorkamer van maison Foucard lijdzaam te wachten op de man met de zeis, geheel de weg kwijt, maar nog altijd oog voor het vrouwelijk schoon.
Bij de eerste kennismaking met mijn vrouw hield hij verdacht lang haar hand vast en keek haar met uitdagende en ondeugende ogen aan. Madam sprak de legendarische woorden: Kijk eens wat ik hier heb, een kleine zwarte met mooie blauwe ogen! In het Frans klinkt het iets minder banaal.

Driemaal per dag moest hij verschoond worden en de hulp van de regioverpleegster werd zeer gewaardeerd. Monsieur Foucard werd langzamerhand toch een handenbindertje en tijdens een van de weekenden hebben we vernomen dat hij is opgenomen in een maison de retraite. Madam Foucard was niet langer in staat om haar dementerende man thuis te verzorgen. Het deed haar pijn, maar dit was toch de beste oplossing.

Omdat de stroom toch regelmatig uitviel, vroegen wij mevrouw om de sleutel zelf in beheer te houden en na veel uitleggen over de vervelende stroomloze situatie waarin wij af en toe verkeerden, kregen wij uiteindelijk de sleutel van het atelier in tijdelijk bezit.

Het eerste dat wij vervolgens deden was een kopie sleutel laten vervaardigen. Je weet maar nooit hoe wispelturig franse oude vrouwtjes kunnen zijn. Het ene moment is het oui en het andere moment is het non.
De maanden gleden voorbij. De jaargetijden volgden elkaar in de juiste volgorde op en diverse keren sloegen de stoppen door. De situatie werd toch wel vervelend. Ieder moment de warme sloffen uit om snel naar het atelier te rennen en de hoofdschakelaar omzetten. Het werd tijd om het stroomprobleem grondig aan te pakken.

Ondertussen kregen wij nog vele malen te maken met madam Foucard. In de diverse weekenden en korte vakanties als wij in ons huis verbleven, kwam mevrouw regelmatig langs in de boomgaard en raakte dan in gesprek met ons. De ene keer was het gezellig en praatten wij ontspannen met elkaar. Op andere momenten hadden mijn vrouw en ik niet altijd evenveel zin in haar gezelschap. Het blijft toch altijd een lastige situatie: met handen en voeten Frans communiceren met een bejaarde vrouw die daar weinig rekening meehoudt en voortbrabbelt alsof ze met haar buurvrouw de laatste roddels doorneemt. Het ging soms zo ver dat, als wij madam Foucard aan zagen komen met haar emmer om appels te plukken, wij de lichten snel doofden, de open haard blusten en ons verstopten in de slaapkamer achter het hoge schot van ons antieke bed.

Soms kwam de madam in gezelschap van onze buurvrouw de boomgaard bezoeken om te kijken hoe de mirabellenbomen erbij stonden. De buurvrouw ondersteunde dan mevrouw en met kleine stapjes en af en toe stoppen inspecteerde zij haar “landgoed” en sprak met fluisterende toon over de homofiele relatie van de dorpsapotheker.

Op een dag kregen wij te horen dat madam Foucard de sleutel van het atelier perse terug wilde hebben. We begrepen het niet,maar via de burgemeester van het dorp hoorden wij dat de madam onder curatele was gesteld. Blijkbaar kon zij de verpleegkosten van haar man niet meer opbrengen en was ze uiteindelijk genoodzaakt het atelier te verkopen. Met enige tegenzin hebben we de sleutel teruggegeven. Maar, vanaf dat moment moest er echte actie ondernomen worden. Wij moesten de communicatie aangaan met EDF. En communiceren met de of het EDF is een verhaal van lange adem, veel telefoontjes plegen, diverse loketten doorlopen en vooral je poot stijf houden. Ons huis moest een eigen aanvoer krijgen van elektriciteit.

De aannemer van het dorp was bereid om voor genoeg euries een geul te graven en het werk zo voor te bereiden dat de EDF de laatste kabeltjes kon komen aansluiten en ons direct aansloot op het Franse elektriciteitnet. Als buitenlander wil je er toch graag bijhoren.

Met madam Foucard ging het steeds minder goed. Ze is verenigd met haar echtgenoot in het maison de retraite. Ook zij werd getroffen door het dementiespook en we hebben haar nog eenmaal gezien in de boomgaard, midden in de winter, geheel in de war en slechts gekleed in rok, een lange openvallende jas waaronder ze alleen een bh droeg. En op haar groene kaplaarzen was zij op appeljacht.

De stroom valt niet meer uit, maar regelmatig rijden we langs maison Foucard en zien dat alle luiken gesloten zijn. Maison a vendre!

Jan de Ruyter
Rotterdam

| top |