Harry haat Campers!
Begrijpelijk dat je nu onderhand toch wel eens een blik achter de schermen van Harry wilt kunnen werpen. Goed dan, hierbij een tipje van de sluier opgelicht.
De rolverdeling bij deze ramp die zich geheel en al afspeelde in sa vie en France:
Bert is de oudste broer van Hannie. Liesbeth is zijn vrouw. En Hannie is nog steeds de vrouw van Harry, onze (ont)hoofdpersoon. De pineut…
Wát wil het geval: Bert heeft op zeker moment een tweede hands camper gekocht.
Na rijp beraad, hoog genoeg voor zijn postuur en zo goed als nieuw. En wees eerlijk, wie zou niet apentrots zijn? Ik verdenk er zelfs aardig wat eigenaren van dat ze zich deze stoere uitstraling hebben aangemeten in de veronderstelling daarmee te zijn toegetreden tot het rijk van wegreuzen, zwaar transport, die ruige rollende ridders. Één met de vurrrrrráchtwagenchauffeurs…
“Tachtig op de teller”
Tachtig op de teller, met zo’n twintig ton aan vracht
rol ik in m’n eentje door de tunnel van de nacht.
Ze zitten thuis te wachten, maar ik heb nog een eind te gaan,
ik gaap, maar mag niet slapen dus de radio maar aan
Hoi, welkom bij ‘de Vrachtwacht’, d’r liggen heel wat liedjes klaar
en als je daar buiten onderweg bent, Voorzichtig, ook jij daar
We houden je op de hoogte, want er wordt slecht weer verwacht
we rijden mee, de hele nacht, dus luister naar ‘de Vrachtwacht’
Regen striemt de ruiten, het stekkert en het stormt,
‘de Vrachtwacht’ informeert me dat zich ergens ijzel vormt.
Dus beter maar wat gas terug, liever veilig thuis dan vlug,
want mocht dit zooitje schuiven gaan, dan is ‘r geen houwen aan
Ja, je luister naar ‘de Vrachtwacht’, voor alle chauffeurs onderweg,
d’r ligt een mooi CD-tje klaar: ‘’Zeg, spaar me voor de pech!’.
Sneeuw van Someren tot Winterswijk, dus doe voorzichtig aan
en laat vooral je radio maar op ‘de Vrachtwacht’ staan
Langzaam wordt het lichter, weer is het goed gegaan
duim omhoog voor ‘de Vrachtwacht’, jofel, tof gedaan.
En waarheen ik ook op weg ben, met of zonder vracht,
daar is altijd weer die metgezel, ‘de Vrachtwacht’ in de nacht
Tachtig op de teller, met zo’n twintig ton aan vracht
ben ik alleen de meester van die macht aan paardenkracht,
en als een kind zo dankbaar voor de goeie rit naar huis.
Veilig weer bij moeders thuis die met m’n bakkie wacht.
“DJ Memhis Joe”/Dave Dudley (B. Dyson/L. Groah)
Les Editions Basart/Shelby Singleton
Nederlandse tekst – Peter de Vos
Die camper is dus een van Bert z’n speeltjes, troetelkindjes. Net als zijn racefiets.
Compleet met zweetbandjes en hartslagmeter strak om de borst gespannen gaat ie geheel in stijl op weg om net als de profs op ruisende wielen ‘les ballons d’Alsace’ te bedwingen, te témmen. Vraag hem echter niet om een bandje te plakken, laat staan een wiel te verwisselen. Kan hij niet, met geen mogelijkheid. Bert heeft namelijk bewúst twee luie linkerhanden! Hij heeft zich nog nooit ook maar énige moeite getroost om daar verandering in te brengen. Sterker nog, hij kokettéért ronduit met zijn gecultiveerde onhandigheid, hij buit het uit! Ooit gaf hij het verlegen lachend toe, met een mengeling van gêne en ‘zich betrapt weten’. Maar daar mocht Harry niks van zeggen, daar is mijn vriend aan gewend moéten raken. Geen énkele, nog niet de kléinste kritische noot aan het adres van om het even wélke van Hannie’s familieleden of vrienden was hem gepermitteerd.
Enfin, Bert heeft die gemotoriseerde caravan.
In zijn ‘Handboek voor de Camper’ zit trouwens een compleet overzicht van alle ALDI vestigingen in Frankrijk. Je zou haast denken dat hij zijn tussenstops daar zorgvuldig op afstemt, op de plaatsen waar deze súper van een markt gevestigd is.
Op een gegeven moment kwam de vakantie ter sprake en Harry vroeg voorzichtig of er soms een periode was waarin de camper niét gebruikt werd. (Niet dat hij uitging van ‘voor wat hoort wat’ maar hij durfde die vraag eerlijk gezegd te stellen omdat hij kort tevoren enorm had geholpen bij hun verhuizing). Er kwam een mailtje.
De eerste helft van mei was in principe akkoord. Hannie wou naar de Provence en Harry had daar niets op tegen, hij heeft ook iets met Zuid-Frankrijk. Heel véél zelfs.
Bert zou de camper komen brengen en met de auto van Hannie en Harry terug naar Nederland rijden. Later zou hij samen met Liesbeth terugkomen en de camper weer in ontvangst nemen. Om er zelf een paar weken samen mee door la douce France te gaan toeren’. Was dát even goed geregeld!?
De witte olifant komt op de bewuste datum met Bert achter het stuur voor glijden.
Er wordt eerst een glaasje wijn genuttigd en dan is het tijd voor uitleg en instructies: “Ik ga nooit boven de honderd, en dat rijdt best prettig kan ik zeggen. En je moet er wel rekening mee houden dat camperchauffeurs elkaar onderweg groeten door hun hand op te steken. Doe ik ook altijd want je wéét maar nooit”… Harry:
“Oké Bert, zeg maar waar je dat zwaaihandje hebt liggen. Op het dashboard? Je denkt toch niet dat ik naar een stelletje onbekenden ga wuiven? Amme nooit niet!” (Fóut Harry, fóut…!). Zo worden nog wat praktische en onontbeerlijke details verstrekt en dan gaan ze naar buiten voor het téchnische gedeelte: “Voorzichtig met de sleuteltjes, die zijn nogal kwetsbaar heb ik gemerkt. En kijk, ik heb ze van een stickertje voorzien, kun je zien op welk slot elk sleuteltje past”. Zo, de vernufteling!
De volgende ochtend laden Harry en Hannie hun spulletjes in en zwaaien Bert uit. De echtelieden spreken iets af. Om ergernis onderweg te voorkomen oppert hij dat zij de kaart leest, bepaalt welke routes ze zullen nemen en dat hij als gebruikelijk rijdt en zonder morren haar instructies zal opvolgen. Geeft rust in de rollende tent.
Zo zwerven ze zalig zuidwaarts, van de ene camping naar de andere. Elke nacht ergens anders, Bourg en Bresse, aan de Dôle, aan het Lac d’Esparron, in de buurt van Arles… ’s Avonds veel lezen en veel Yatzeejen. Heerlijke dagen zonder énige wanklank. Behálve ergens halverwege hun heerlijke vakantie…
Ze hadden een vier sterren camping aangeprezen gezien en konden hem maar niet vinden. Verkeerd gereden, er moest gedraaid worden. Harry reed door tot waar het weggetje zich even iets verbreedde en schakelde in de achteruit.
Rustig zette hij het vehikel in beweging tot hij dacht tegen een struikje aan te zitten. Rem d’r op! En in de eerste versnelling langzaam vooruit. Kanonne! Toen de neus weer recht in omgekeerde richting stond zette Harry de camper stil en ging kijken. En jawel, het bleek geen struik te zijn geweest maar een klein doch noodlottig talud.
Er lag een stuk grijze kunststof ter grootte van wel een half A-viertje iets verder terug op het wegdek te stuiptrekken. Harry lei het zo wreed uit de bumper gerukte deel in de handpalm en in de camper om het later met behulp van ‘gaffertape’ weer in de open wond te kunnen hechten. Hannie reageerde nogal nuchter: “We kunnen ze maar beter niet bellen, het is gebeurd en daar verander je met een telefoontje niets aan. Bovendien, we weten hoe ze zijn: paniek in de tent en geen oog meer dicht doen. We vertellen het wel als ze hem komen ophalen”.
De volgende dag verbond Harry de blessure vakkundig. ‘Overnaads’, zodat er bij regen geen water tussen de strookjes en de grijze kunststof van de verminkte bumper kon komen. Zonder die spoedoperatie was er geen man over boord geweest, het hele zooitje zat goed genoeg vast om het tot in lengte van dagen uit te houden. Zo vierden ze onaangeslagen de rest van hun vakantie. Harry in ieder geval wel. Hannie had later nog een mooie verrassing in petto!
Eenmaal terug thuis werd de camper schoongemaakt, van binnen én van buiten. Harry ververste voor alle zekerheid de pleister op de wonde en had al tegen Hannie gezegd: “We zouden met het grootste gemak van de wereld kunnen beweren dat we hem netjes op een parkeerplaats hebben gestald en de stad in zijn gegaan. Terug bij de camper zouden we tot onze grote schrik de schade hebben waargenomen. Maar je weet: zo zit ik niet in elkaar. We zeggen het gewoon eerlijk”.
De volgende dag zouden de eigenaren immers het troetelkind komen ophalen…
Hoe dat verliep? Bij uitzondering deze keer een ‘wordt vervolgd’. Uit de eerste regels heb je natuurlijk al een vermoeden gekregen. Dat snap ik ook wel. Toch is het voor jou nog een prangende vraag, maar al maanden een wrange weet voor Harry en
Richard Lippert richardlippert@orange.fr
« vorige | top | volgende »