Zacht, wit en romig
Zacht, wit en romig. Zo zijn onze geitenkaasjes. En we zijn er erg trots op, want het heeft heel wat voeten in de aarde voordat er een goed gerijpt geitenkaasje van eigen productie op je kaasplateau staat. Om te beginnen moet je geiten houden. Dat is snel gezegd, maar minder snel gerealiseerd.
Geiten zijn lieve, superintelligente beesten, die veel zorg en begeleiding nodig hebben om hun nieuwsgierige en destructieve gedrag binnen de perken te houden. Voor een geit zijn de blaadjes altijd groener aan de andere kant van de omheining. Fruitboompjes, slaplantjes, koolbladeren - geen enkel gewas is veilig voor deze goedmoedige vernielers.
Door de jaren heen hebben we geleerd dat slechts een omheining van goed functionerend schrikdraad deze veelvraten binnen de perken kan houden. Onze eerste geit, een prachtig spierwit exemplaar met een grote sik, namen we zwanger en wel mee uit Nederland. In maart zou ze bevallen. We hadden het telefoonnummer van de veearts op ons nachtkastje liggen, maar voor we wisten wat er gebeurde, had de jonge moeder, tussen twee controlebeurten in, al een tweeling ter wereld gebracht.
De eerste drie weken mochten de jonge bokjes alle moedermelk voor zichzelf houden. Daarna scheidden we ze 's nachts van de moeder, om deze 's ochtends te kunnen melken. Volgens ons instructieboekje zou het melken rustiger verlopen als de geit afgeleid werd met wat eten. De krachtbrokjes waren al op voordat ik mijn melkkrukje had neergezet. Nog maar een handje brokjes.
Het viel niet mee. De voorkant van de geit at rustig door, de achterkant explodeerde van verontwaardiging over een dergelijke onzedelijke betasting. Na enkele weken kregen we er wat meer handigheid in en kwam de productie van onze geitenkaas langzaam op gang.
Er kwam een tweede geit, die wederom een tweeling wierp. Steeds meer heerlijke geitenkaas, maar ook een nieuw probleem. Wat doe je met die ongelooflijk schattige jonge geitjes? Kijk er tien minuten naar en je bent verloren. Ze springen onvermoeibaar in het rond en zijn bijzonder vertederend. Het liefst zou je ze allemaal houden, voor een lang en gelukkig geitenbestaan. Maar dat kan nu eenmaal niet, want binnen enkele jaren zit je tot over je oren in de geiten.
Tot nu toe is het ons vrijwel altijd gelukt om een nieuw tehuis te vinden voor onze geitjes, maar niet iedereen weet waar hij aan begint. Er was een jaar dat onze Engelse vrienden David en Stephany zó betoverd waren door het jonge grut, dat ze besloten alle vijf de geitjes te adopteren. Ze hadden tenslotte een grote tuin en konden gemakkelijk een deel afscheiden voor de geiten.
Er kwam een afdakje van golfplaten en een goedbedoelde afrastering. "They won't stay in!" waarschuwden we nog. Na het afleveren van de nieuwe huisdieren maakten we ons snel uit de voeten. Achteraf hoorden we dat ze de geïmproviseerde omheining nog geen halfuur hadden gerespecteerd.
Enige weken later durfden we voor het eerst weer bij hen langs te gaan. Onze Engelse vrienden zaten op het terras, met elk een geit op schoot. De drie overige geitjes lagen op de schommelbank. Het hele terras was bezaaid met geitenkeuteltjes en er hing een doordringende urinegeur. En het waren altijd van die keurige mensen!
"These goatlings are so lovely! Ze slapen in de bijkeuken en we laten ze elke middag uit." We hadden de verhalen al gehoord. Stephany op hoge hakken rennend over het dorpsplein, achter een stel ondeugend springende geiten aan. Het was duidelijk: onze vrienden waren smoorverliefd op dit jonge spul. Het werd tijd om ze terug te halen naar de werkelijkheid.
De geiten zouden niet zo schattig klein blijven, steeds meer schade veroorzaken in de zorgvuldig aangelegde tuin, opdringerig worden tegenover hun gasten en een fortuin aan veevoeder gaan kosten. David en zijn vrouw zagen hier de redelijkheid van in en accepteerden ons aanbod een ander tehuis te zoeken voor hun lievelingetjes.
Het gelukkige toeval wilde dat we vlak daarna een jonge geitenfokker ontmoetten die bezig was een veestapel op te bouwen. De geitjes werden, ondanks hun Engelse accent, goed geaccepteerd. Sindsdien brengen we elk voorjaar onze geitjes naar deze boerderij, met het tevreden gevoel dat ze daar een carrière tegemoet gaan als professionele melkgeit.
« vorige | top | volgende »