De Waterput
Het ideaal waarmee we naar Frankrijk togen, was zoveel mogelijk zelfvoorzienend zijn. Moestuin, eigen vlees en gevogelte, zelf kaas maken en hout hakken voor de winter. Maar water uit eigen put, daar hadden we nog nooit bij stilgestaan.
Op het Franse platteland is tegenwoordig vrijwel iedereen op de waterleiding aangesloten, maar daarnaast staat nog op menig erf een put. Zo ook bij ons: in de moestuin staat zo'n rustiek, bemost exemplaar, met een dakje boven het slingermechanisme. We peilden de diepte: er stond ruim zeven meter water in! Een ideale watervoorziening.
We schaften een elektrische pomp aan die het water van de put naar het huis moest transporteren via leidingen die Rolf zou aanleggen. Maar eerst pompten we de put leeg voor een grote schoonmaak.
Mijn moedige echtgenoot bond twee ladders aan elkaar en daalde af in de donkere diepte. "Je gelooft niet wat ik hier allemaal vind!" galmde het van beneden. Ingebed in een meter blubber lag een hele verzameling voorwerpen: hamers, schroevendraaiers, heel veel lege flessen, metalen emmers, haken om metalen emmers weer op te vissen, jeu de boules-ballen en zelfs de motorkap van een oude Eend.
Kortom, een samenvatting van het Franse plattelandsleven van de jaren zestig. Na de schoonmaak namen we een monster van het putwater mee naar een laboratoire médicale om het op kwaliteit te laten testen. Die bleek verrassend goed, uitstekend zelfs!
Er werden leidingen aangelegd en zo arriveerde het cruciale moment waarop de definitieve aansluiting tot stand zou komen. Zoals veel ervaren echtgenotes die weten dat er moeilijke doe-het-zelf-momenten op stapel staan, maakte ik me uit de voeten om een paar boodschappen te gaan doen.
Bij terugkomst trof ik helaas niet een triomfantelijke echtgenoot aan, maar een noodsituatie. Door het aankoppelen van de nieuwe leiding, uiteraard ná de watermeter, had de veertigjarige aansluiting vóór de hoofdkraan het begeven. We konden dus niets meer afsluiten.
Het water spoot met de volle kracht die het waterleidingsbedrijf ons gunt, onze woonkamer binnen. We belden het waterleidingbedrijf. Kwart voor één, iedereen aan het lunchen, antwoordapparaat. Maar het water steeg, en zo ook onze nood. Na enige aarzeling belde ik de - in ons dorp vrijwillige - brandweer, want die zijn goed in water. Ze reageerden enthousiast:"Oui, on arrive tout de suite!"
En inderdaad, binnen een kwartier stonden er drie gehelmde brandweerlieden met een echte rode brandweerauto. We herkenden de plaatselijke juwelier, de plantsoenarbeider en de man van de bank. Hoe groot ook de ramp, bij aankomst schudt de vrijwillige brandweer eerst iedereen de hand. Niet alleen de getroffenen, maar ook alle omstanders.
Gelukkig speelde onze 'ramp' zich af tijdens de lunch en dat bespaarde ons het lot van nieuwsgierigen. Routinematig begonnen ze de brandslangen uit te rollen. "Non, non!" riep ik. "We hebben water genoeg, te veel zelfs!" Na enig overleg was iedereen het er over eens dat we het punt moesten zoeken waar ons huis op het hoofdnet was aangesloten, om dáár de toevoer af te sluiten. Wisten wij toevallig waar dat putje zich bevond? Nee, geen idee.
De juwelier, als hoofd van het team, kreeg uiteindelijk het waterleidingbedrijf aan de lijn, die beloofde zo spoedig mogelijk na de lunch een mannetje te sturen met een plattegrond. Het document had veel weg van een schatgraverskaart, maar na bestudering werd geconcludeerd dat het putje zich onder onze oprit bevond, waar we recentelijk twintig centimeter beton op hadden gestort.
Onze buren, die toch op ruime afstand wonen, belden inmiddels om te vragen of wij de oorzaak wisten van de nieuwe beek die langs hun huis liep.
Met een pikhouweel werd een gat gebikt op de plaats waar het putje behoorde te zijn. Geen putje. Zes gaten later werd de aansluiting gevonden, meters verwijderd van het op de kaart aangegeven punt. De zondvloed werd gestopt. Na een welverdiend glas wijn vertrok de brandweerploeg en plaatste de man van de waterleiding een nieuwe meter. In feite waren we nu terug op het punt van vertrek.
Rolfs enthousiasme om voor loodgieter te spelen was danig afgenomen, dus lieten we de plaatselijke plombier de aansluiting verder in orde maken. Hij kwam, zag en overwon alle problemen. Gezamenlijk dronken we plechtig een glas water uit eigen put, waarna Benoit, de loodgieter, opmerkte dat een dergelijke kwaliteit water een flinke scheut Pastis verdiende.
Frankrijk, heerlijk land!
« vorige | volgende »
LA VIE EN FRANCE | R.A. Kartinistraat 5 | 3573 XA Utrecht | 0623 617862 | info@la-vie-en-france.nl | Whatsapp | Privacy | 2024 LA VIE EN FRANCE | Originally designed by HTML5 UP | Adapted and edited for CMSimple_XH by fhs | Inloggen