Crèche vivante

Onze eerste Franse kerstviering zal altijd in ons geheugen gegrift blijven. Niet zozeer omdat het een witte kerst was, maar vanwege een speciale belevenis op kerstavond.

We hadden vrienden uitgenodigd voor het diner de reveillon, het traditionele Franse kerstdiner. Een paar dagen van tevoren kwamen we de pastoor van het naburige dorpje Bezenet tegen bij de bakker. Monsieur le curé maakte van de gelegenheid gebruik om ons te vragen of wij ook aanwezig zouden zijn op de mis van de komende kerstavond. Een beetje gegeneerd antwoordde ik: 'Merci pour l'invitation, maar we zijn niet katholiek en gaan nooit naar de kerk, dus het zou een beetje opportunistisch zijn om op deze speciale avond wél te komen, ook al zouden we graag een keer een kerst-mis in Frankrijk willen meemaken.'

De pastoor wuifde alle bezwaren terzijde: 'Jullie moeten beslist komen, want we hebben dit jaar een crèche vivante, een levende kerststal. Ik weet zeker dat jullie het erg mooi zullen vinden. Tot over een paar dagen!'

Rolf en ik keken elkaar verwonderd aan. Wat zou in hemelsnaam een levende kerststal zijn? Mechanisch voortbewogen popjes die Jozef en Maria voorstelden in zo'n miniatuur-stal? We hadden géén idee, maar we overlegden met onze vrienden of ze de bewuste avond met ons mee wilden gaan om dit fenomeen te gaan aanschouwen.

En zo kwam het dat we kerstavond, door de sneeuw, om enkele minuten voor elf wanhopig zochten naar een parkeerplaats op het kerkplein. Nog nooit hadden we in Bezenet zo veel auto's bij elkaar gezien! Met heel veel moeite vonden we achter in de kerk nog een staanplaats. De kerk was prachtig versierd, maar we zagen nergens een kerststalletje, of iets dat daar op leek.

De mis begon met een welkomstwoord van de pastoor, enkele gezangen en gebeden. De aandacht van de parochianen leek er nauwelijks bij te zijn; het was net of ze op iets wachtten.

Daar zwaaiden de kerkdeuren achter ons open. In kleurrijke kostuums traden Jozef en Maria binnen, met een huilende Jezus in hun armen. Ze werden gevolgd door een stel 'herders', met aangeplakte baarden en eenvoudige juten kleding.

Desondanks herkenden we één van hen als onze buurman Raymond, die tot onze verbazing een twintigtal van zijn schapen had meegenomen, inclusief zijn trouwe Border collie om ze bijeen te houden. Er verscheen ook nog een os, nou ja, een koe en een heuse ezel, die zich, tegenstrijdig aan zijn reputatie, heel mak liet meenemen.

De hele stoet verplaatste zich langzaam door het middenpad van de kerk, met achterlating van een serie uitwerpselen. In het kielzog hiervan schreden drie exotisch uitgedoste mannen binnen, waarvan we, na enig nadenken, begrepen dat ze de drie wijzen uit het oosten voorstelden, Caspar, Melchior en Balthazar. En ja hoor, een van hen was zwart.

In feite was het de enige gekleurde medemens uit het dorp, een vriendelijke Antilliaan genaamd Antoine, die we regelmatig in kennelijke staat in de kroeg náást de kerk hadden ontmoet. Op deze speciale avond was Antoine niet echt dronken maar werd wel, voor alle zekerheid, door Caspar en Melchior ondersteund.

Ze voegden zich bij de bonte verzameling mensen en dieren die zich al in het voorschip van de kerk bevond. Het geheel vormde een zeer kleurrijk tableau, dat extra indruk maakte door een scala van begeleidende geuren en geluiden. Nu begrepen we wat een crèche vivante wil zeggen.

Hierna ging de kerkdienst gewoon door. De pastoor hield onverstoorbaar een preek, ook al huilde het kindeke Jezus af en toe en blafte de Border collie van de buurman zo nu en dan om een schaap te corrigeren.

Aan het einde van de mis kwam René, de metselaar uit het dorp, naar voren om een kerstlied te zingen. Het is een man met het postuur van een Italiaanse operazanger, maar wat we niet wisten was dat René ook de stém heeft van een Napolitaanse tenor. Geweldig, wat kan die man zingen. A capella galmde het prachtige lied tussen de eeuwenoude muren van de kerk.

Toen de zanger zweeg viel er een stilte waarin Rolf en ik spontaan begonnen te klappen. Als onervaren kerkgangers hadden we ons niet gerealiseerd dat applaudiseren niet gebruikelijk is tijdens een kerkdienst. Er werden verbaasde blikken naar ons geworpen, maar allengs nam men het applaus over.

René kreeg uiteindelijk een staande ovatie en glunderde zielsgelukkig. Wat ons betreft was de ovatie ook bedoeld voor de hele crèche vivante, alle mensen die de kostuums hadden gemaakt en geholpen hadden met de voorbereidingen, de motiverende pastoor en voor alle inwoners van dit kleine dorp in de Franse Auvergne die van het kerstfeest zoiets feestelijks hadden gemaakt.

| top |