Aux Acacias

Ons eigen dorp heeft geen kroeg, maar het naastgelegen plaatsje Montvicq wel. Destijds had dit mijnwerkersdorp een aanzienlijke bevolking, zoals zoveel hier in het steenkolenbassin rondom Montluçon. Er waren hotels, restaurants, kruideniers, kappers, diverse slagers en bakkerijen.

In het begin van de jaren zestig werden de mijnen gesloten en is Montvicq gekrompen tot een dorpje van ongeveer vijfhonderd zielen. Alle commerce is verdwenen. De enige overgebleven bakkerswinkel is een dependence van een bakkerij uit een wat grotere plaats en er is zelfs geen pharmacie meer, hetgeen in Frankrijk heel wat wil zeggen, want de apotheker verdient hier vaak makkelijker z'n boterham dan de slager. Alleen 'Aux Acacias' is gebleven.

Montvicq lijkt een dorp vol ouderen te zijn geworden, waar weinig levendigheid valt te bespeuren. Maar wie bij 'Aux Acacias' binnen stapt, betreedt de huiskamer van dit dorp en treft er alle leeftijdscategorieën aan. Het doorrookte, nicotinebruine interieur straalt de jaren zestig uit. Een biljart, een dartbord en een juxebox zijn de meest opvallende onderdelen van het interieur, dat sfeervol wordt verlicht door een paar neonbalken.

Een hoekje naast de bar is behangen met handgeschreven papiertjes waarop van alles a vendre wordt aangeboden, variërend van levende konijnen voor de zondagsdis tot een tweedehands hooibalenpers. Verder is er nog een woud van affiches aan de muur voor elke plaatselijke activiteit. Nee, het is niet voor het interieur dat je naar 'Aux Acacias' gaat. Net als iedereen gaan we erheen om anderen te ontmoeten.

We weten uit ervaring dat de drukste tijd in dit café ligt rond het middaguur, het fameuze l'heure d'apéritif. Bij binnenkomst valt onmiddellijk de aperte afwezigheid van vrouwen op. Deze bar is één van de laaste bolwerken van de Franse plattelandsmacho. Diens vrouw staat thuis te koken.

Iedereen begroet hier iedereen. In het begin maakten we de fout door alleen de mensen de hand te schudden die we kenden. Als Nederlander weet je niet beter en we bleven in het begin dan ook echt buitenstaanders. Nu weten we hoe het moet. Iedereen een snel slap handje en de bekenden een zoen, althans als vrouw. Je populariteit stijgt met het aantal gezoende personen.

Ook Dominique, de eigenaresse van de bar, buigt zich over de zinc om iedere nieuwkomer een bise te geven. Het is een klein, mollig, moederlijk mens met het hart op de juiste plaats. Haar man Jean-Louis lijkt lichamelijk en geestelijk enigszins ondermijnd door een jarenlang te enthousiast gebruik van eigen handelswaar. Bediening en conversatie laat hij over aan Dominique.

Op het hoogtepunt van de gezelligheid hangt er een dikke walm van Gauloises en pastis. Je hebt er echte plakkers, die tegen sluitingstijd met zachte hand naar buiten geleid zullen worden, maar ook functionele drinkers. Postbode Jean-Luc is hier een goed voorbeeld van. Hij legt de post voor 'Aux Acacias' op de bar, geeft snel iedereen het obligate handje en ledigt in één teug het cognacje dat Dominique al voor hem heeft ingeschonken. "Au revoir!" en de deur valt achter hem dicht.

De hele actie heeft nog geen anderhalve minuut geduurd. Even later staan we te praten met Pascal, de garagehouder, over de gezondheid van onze auto. De telefoon gaat en Dominique neemt op.
"Pascal, c'est ta femme! Ze vraagt wanneer je thuiskomt om te eten?"
"Zeg maar dat ik eraan kom!"
"Il arrive!"

Pascal zet rustig de conversatie voort over onze Renault-bestel terwijl hij z'n glas pastis ledigt. Hij lijkt niet gehaast en legt omstandig enkele technische details uit. De telefoon gaat. "Pascal! Je vrouw vraagt of je nog komt en of je er aan gedacht hebt om brood te halen."
"Zeg maar dat ik eraan kom."
"Il arrive!"
Pascal bestelt nog een pastis om de komende confrontatie beter aan te kunnen, want hij is vergeten brood te halen. "Dominique, heb je misschien een baguette voor me? M'n vrouw vermoordt me als ik zonder brood thuis kom en de bakker is al dicht." De liefste kroegbazin van Montvicq tovert uit haar privé-keuken een vers stokbrood.
Pascal bestelt uit opluchting nog een pastis, steekt een verse Gauloise op en vervolgt zijn betoog over het onderhoud van onze auto.
De telefoon gaat en Dominique neemt op.
"Pascal! C'est encore ta femme!"
En de hele kroeg antwoordt: "IL ARRIVE!!"

| top |