De herdenking
Mijn vrouw en ik krijgen niet zo vaak post in ons huis in Montigny devant Sassey. Toen we het huis zeven jaar geleden kochten, heb ik enkele weken na aankoop een grote, groene brievenbus aan het hek voor het huis bevestigd. Ik moet nu nog steeds ons naamplaatje op de bus monteren. Alleen het huisnummer zit erop vastgeplakt. Dit huis is niet onze permanente verblijfplaats, dus is het logisch dat wij eigenlijk maar weinig bezoek van de gele postwagentjes krijgen. Alle rekeningen en belastingen van dit huis worden via Nederland geregeld. Toch blijf ik nieuwsgierig en loop één keer per dag naar de bus om te kijken of er wellicht iemand is die mij of mijn vrouw een persoonlijke boodschap wil sturen. In al die jaren werd de bus alleen gevuld met plaatselijke sufferdjes, veel nutteloos reclamemateriaal en vooral veel verzoeken van handige Franse arbeiders die graag ons huis wel eens wilden opknappen: van nieuwe dakpannen tot het schoonmaken van de gevels, van een windvrij zonneterras tot het plaatsen van de meest moderne septictank die er in heel Frankrijk bestaat.
Dit jaar zat er een uitnodiging in de brievenbus van de Commune de Montigny devant Sassey. We werden uitgenodigd om aanwezig te zijn bij de anniversaire de la Bataille de Montigny. Het zou op zondag 4 augustus om 10.15 beginnen met een ceremonie bij het dorpsmonument ter herdenking van de gevallen slachtoffers uit de Eerste Wereldoorlog. Tijdens de Eerste Wereldoorlog is er ook in dit dorp heftig gevochten. Op 30 augustus 1914 trok ‘s avonds het 117de infanterieregiment onder een regen van granaten door Montigny. De dag erna startte het gevecht in het dorp zelf waarbij aan Duitse en Franse zijde veel slachtoffers vielen. Het dorp werd volledig verwoest. Er vielen veertien burgerslachtoffers. Om een uur of tien verzamelden de dorpsbewoners zich bij het gedenkteken vlak voor de kerk. Uiteraard werden er vele handen geschud door de opgedofte inwoners, gezoend en de laatste nieuwtjes werden nog even snel uitgewisseld.
Onder begeleiding van de plaatselijke fanfare marcheerden twaalf vlaggendragers en tien in origineel oude soldatenuniformen gestoken mannen richting gedenkplaats. De notabelen hadden zich inmiddels in een lijn opgesteld en de burgemeester sprak een kort en emotioneel woord ter nagedachtenis aan alle kinderen die tijdens die verschrikkelijke oorlog van honderd jaar geleden zijn omgekomen.
Vervolgens vertrok de gehele stoet in rustige wandelpas richting het monument, net even buiten het dorp. Hier liggen de veertien burgerslachtoffers begraven en worden de graven nog met alle zorg netjes bijgehouden. Een oude en gedistingeerde man van het organiserend comité krijgt het woord. Dat hadden ze beter niet kunnen doen. Het is voor mij niet helemaal duidelijk wie hij was of wat zijn functie was, maar het gehele dorp was een en al oor. Ik moet bekennen dat deze heer welbespraakt was, sprak zonder papier en richtte zich tot de gehele dorpsgemeenschap. Maar,…het duurde wel heel erg lang, erg, erg lang. Meer dan een half uur was hij aan het woord. Mijn Frans is helaas niet zo goed, maar de woorden respect, jeugd en toekomst vielen vele malen en hij keek tijdens het spreken regelmatig naar de twee jonge bloemenmeisjes.
Stond het gehele dorp in het begin nog ademloos en respectvol te luisteren, na verloop van tijd werd de menigte rond het gedenkteken toch wat onrustig. Van het linkerbeen op het rechterbeen, van het rechterbeen weer op het linkerbeen, een beetje rondkijken waar de buurvrouw staat en vooral veel op het horloge kijken. In mijn gedachten was ik al snel bij de vin d’honneur en hoopte vooral dat mijn IPhone niet af zou gaan. Mijn oudste dochter, in het verre Nederland, stond namelijk op het punt van bevallen en het zou nogal precair zijn wanneer mijn telefoon zou afgaan en dat ik met een grote vreugdekreet deze ceremonie op oneerbiedige wijze zou moeten verstoren.
Gelukkig is het niet zover gekomen. Aan de toespraak kwam uiteindelijk toch een einde en de vin d’honneur gleed er soepel in. Het was al met al een gedenkwaardig moment en bijzonder om te zien hoe de bewoners hun geschiedenis elk jaar weer met veel eerbied herdenken. Een dag later werd ik de trotse opa van een gezonde kleinzoon!
Jan de Ruyter, Rotterdam
« vorige | top | volgende »