Daarginds de groene heuvels 2

We gingen op pad via een van te voren op de kaart uitgestippelde route.
Hoe, wat en waar we zouden stoppen, eten en slapen, dat zouden we wel zien.
Onderweg genoten we van het glooiende landschap met afwisselend mooie boom partijen, akkers en hier en daar een riviertje.

De route voerde ons door pittoreske dorpjes met een kerk, omringd door oude huisjes.
De bloeiende geraniums in potten op de vensterbanken waren een lust voor het oog.
De ouwetjes zaten op hun even oude keukenstoelen op hun stoepje te genieten van de zon.
De deur van de kerk stond meestal uitnodigend open.
Af en toe zagen we er iemand ingaan of uitkomen.
De straat was soms bezaaid met verse koeienflatsen.
Rust, eenvoud en tevredenheid straalden het uit. Alsof de tijd had stilgestaan. Wij ervoeren dit als een vlucht uit de "madding-crowd".

Kaart lezen was in het begin niet mijn sterkste kant. In de buurt van Bourbonne-les-Bains reden we bijvoorbeeld twee keer hetzelfde rondje.
Het kwam er op neer, dat we twee keer voor hetzelfde monument , ter herinnering aan de eerste wereldoorlog, stonden.
We bleven rustig en de tweede keer stapten we uit om eens rond te kijken.
Met een gevoel van eerbied voor de gesneuvelden stonden we de voor ons niets zeggende namen en leeftijden te lezen.
We bewonderden de kleuren van de verse bloemen.
Geen ingewikkelde professionele arrangementen, maar gewoon een boeket gemaakt van verse bloemen uit de tuin.
Het was trouwens geen enkele moeite voor ons om bijvoorbeeld een plaatselijke vuilnisbelt te vinden...
De toegangsweg was erg idyllisch, bermen begroeid met klaprozen en voor ons toen nog andere onbekende soorten bloemen.
Al met al schoten we niet echt op, maar we hadden alle tijd.
We genoten van de rust en ruimte en ontdekten op deze manier Frankrijk.
Onze eerste overnachting in een Frans hotel was in het plaatsje Jussey.

Wij kwamen daar om zes uur 's avonds aan en het leek erop dat er feest was.
Bij de toegangsweg naar het dorp stonden hekken, bewaakt door een gendarme.
Hij stond daar als een generaal voor zijn manschappen. Imponerend was zijn verschijning wel, onder zijn pet was alleen een grote zonnebril en fraaie snor te zien.
In de bloedhitte stond hij daar met zijn hoge leren laarzen, zijn wapens hingen losjes over zijn heupen en hij had zijn motor decoratief midden op de weg geparkeerd.
Hij gaf de indruk dat hij compleet happy was met het uitoefenen van zijn functie en alles in de hand had.
Uit onze ooghoeken zagen we een hotelletje en daar wilden we eigenlijk heen om te overnachten.
Om zijn gezag te doen gelden, gaf hij ons echter in rap Frans te verstaan, dat we er niet door mochten. We konden dat Frans natuurlijk niet verstaan, maar door zijn gebaren werd het duidelijk .
Wij dachten slim te zijn en we reden naar de andere kant van het dorp.
Daar aangekomen weer een hek, dit keer niet met een grote politieagent ervoor, maar met een oud baasje erbij.
Waarschijnlijk was hij vanwege de festiviteiten ingezet, wegens personeelsgebrek bij de politie.
Hij zag er uit als een gerimpelde goudrenet met precies dezelfde kleuren, denkelijk een combinatie van zon en wijn, zo aan het eind van de dag.
Bovendien keek hij ook een beetje nors en je zag hem denken, wat moeten die buitenlanders nou hier op ons feest.
Wij vroegen beleefd of we er door mochten, maar dat mocht niet, want er was een fête.
Toen zeiden we in onze onschuld, dat we daar verderop wilden eten.
Dat ene woord "manger" veranderde plotsklaps zijn oude verweerde kop in een lachende tandeloze volle maan en "bien sûr", natuurlijk om te eten.
Dat veranderde de zaak wel even.....!.
In Frankrijk moet alles wijken voor eten, dus ook dit hek.
Met een zwierige zwaai werd het hek opzij geschoven en met een vrolijk "bon appetit" van beide kanten gingen we het feest tegemoet.
Het feest bleek een braderie te zijn, met o.a. een kraampje met knotten wol in zes verschillende mode tinten, kanten kraagjes en kanten kleedjes, speelgoed, kaasjes e.d.
De andere kraampjes stelden niet echt veel voor.
Waarschijnlijk was het ook niet zo belangrijk.
Belangrijker was het dat de mensen ongedwongen met elkaar voor de kraampjes konden praten en lachen. Kinderen renden uitgelaten heen en weer en deden om de beurt moeite om een mini-scooter te bemachtigen.
De man, die suikerspinnen verkocht deed in ieder geval goede zaken.
Maar hoe dan ook, het was feest.

Aangekomen bij het hotelletje konden we op de binnenplaats de auto parkeren, dus waren we uit het feestgedruis.
Het hotelletje aan de Dorpsstraat, zogezegd, was er één met zo'n terras, bestaande uit drie tafeltjes met ieder twee stoelen.
Een tafeltje met stoelen paste precies op de smalle stoep.
Als je een beetje onderuit gezakt zou gaan zitten, dan zat je met je voeten in de goot van de straat.
Op deze avond was dat beslist niet gevaarlijk, want er mochten uiteindelijk toch geen auto's rijden.

Met de patron, een oud kereltje met een afgezakte broek, die opgehouden door fleurige bretels moest blijven hangen en sjokkend op een paar oude pantoffels, gingen we de kamers bekijken.
Kennelijk was zijn dochter, achter de bar, te druk met het inschenken van pastis en wijn voor de dorpelingen.
Op de eerste etage kwamen we voorbij de huiskamer, waar de televisie op volle sterkte aanstond en de kleinkinderen op de bank aan het dansen waren.
Opa gaf een vermanende brul richting huiskamer en klauterde verder naar de tweede verdieping.
Voilà, onze kamers, afschuwelijk medaillon behang op de muren, in een alles, behalve beschaafde kleur, omgekruld zeil op de vloer en uitzicht op een muur.
Het meubilair was een beetje karig uitgevallen; bed, tafeltje en stoel, dat was alles.
Hoewel in de hoek was zo waar een ouderwetse wastafel met enigszins verweerde spiegel. Maar het had toch wél iets. Na al die moeite om er te komen, hadden we echt geen zin om nog eens verder te gaan zoeken, dus we bleven en het was redelijk schoon.
Officieel inchecken was niet nodig. Gewoon "c'est bon" was voldoende.

Wij, als echte Hollanders waren natuurlijk allang aan onze warme hap toe, vooral na zo'n lange dag.
Maar ja, in Frankrijk moet je wat dat betreft geduld hebben, dus een aperitief was het alternatief.
Binnen was het behoorlijk druk en luidruchtig.
Wij gingen op het lege terras zitten. Met een vermoeide uitdrukking op zijn gezicht kwam Opa aansjokken en vroeg: "Wat wilt U drinken ?"
Wij namen, helemaal op de Franse toer, een dubonnet met ijsblokjes. Op zich een heerlijk drankje, maar niet op een lege maag.
Een poos later gingen we als eerste, ondertussen tamelijk licht in het hoofd geworden, het
restaurant binnen.
Daar zaten we dan, als provinciaaltjes weliswaar in de provincie, maar met een werelds aandoende menukaart in onze handen.
De woorden meloen en kip waren vrij gemakkelijk te vertalen, dus zo werd onze keuze bepaald.
Opa kwam al vrij snel onze halve meloentjes brengen.
Hij vroeg toen iets, wat wij niet verstonden, dus knikten we maar een beetje vriendelijk. Vervolgens werd er achter de bar vandaan een fles sterke drank aangerukt en Opa begon te schenken in onze meloentjes.
Achteraf gezien, was het waarschijnlijk de bedoeling dat wij op een bepaald moment beleefd "merci" hadden moeten zeggen, maar dat wisten wij niet.
Het gevolg was, dat onze meloen er uitzag als een te volgelopen bad, zonder overstort.
Het wegwerken ervan werd een hele klus en we keken elkaar soms hulpeloos aan, maar maakten alles op.

De kip, het hoofdgerecht, opgediend met de bijbehorende accessoires zag er glanzend goudbruin uit. Na alle sterke drank waren we wel aan iets stevigs toe. Helaas moesten we constateren, dat de kip niet al te lang in het vet had liggen dobberen.
Toendertijd vroeg onze jongste dochter, altijd als we kip aten : " Is het een echte ?" Wij zeiden dan als grapje: " Nee, die is van plastic..." Als we dat gezegd hadden was het goed, want een echte was te zielig om op te eten.
Maar bij deze leek het echt alsof hij van plastic was en dus werd het een soort worsteling om hem van zijn vlees te ontdoen.
Misschien was het wel onze eigen schuld, want we zaten uiteindelijk als eerste aan tafel. De kok had waarschijnlijk gerekend op een half uurtje langer sudderen.
Na ons toetje en de nodige glazen wijn, want in Frankrijk moesten we natuurlijk wijn bij het eten nemen, zagen we het duister in om de tweede etage te kunnen bereiken.
Uiteindelijk zijn we zeer lacherig in ons bed gedoken, zelfs het behang begonnen we mooi te vinden, het paste uitstekend bij onze uitbundige stemming.

De volgende ochtend gingen we met een zeer zwaar gevoel in ons hoofd, smachtend op zoek naar ons ontbijt met vooral iets te drinken.
Ondanks de lange enerverende feestdag, was Opa ook al weer in functie Hij ving ons, met een vrolijk "Bonjour" beneden aan de trap op. Zijn slonzige out-fit was dezelfde als de dag ervoor.
Het enige verschil was dat de paar grijze haren die hij nog had nu wat meer gestroomlijnd over zijn grotendeels kale hoofd lagen.
Hij loodste ons naar de tafeltjes in het café-gedeelte, waar ons nou niet bepaald een geur van wilde limoenen tegemoet kwam.
Het viel Opa waarschijnlijk ook op en hij gooide en passant de voordeur wijd open.
Het beloofde weer een mooie dag te worden.
Wij namen een tafeltje dicht bij de open deur.
Tijdens het serveren van het ontbijt wierp ik nog even een blik in het restaurant en wat zag ik?
Een stilleven; een aandenken aan een avondje Bourgondisch tafelen.
Uit elkaar geschoven stoelen, alle tafeltjes vol met vuil serviesgoed, opgepropte servetten, restanten van eten, lege flessen en afgekloven karkassen van de kip.
Waarschijnlijk hadden ze gedacht, dat zien we morgen dan wel weer.....

***************

RECEPT: QUICHE LORRAINE.

Ingrediënten:
4 plakjes bladerdeeg, 20 cl melk, 20 cl slagroom (vloeibaar), 3 eieren, 125 gram geraspte emmental (of andere smakelijke soort) kaas, 125 gram gerookte spekjes, beetje nootmuskaat, zout en peper.

- Laat de plakjes bladerdeeg ontdooien, bekleed de ingevette bakvorm of leg een velletje bakpapier in de vorm (doorsnede 23 cm) en prik met een vork gaatjes in het deeg.
- Beter is nog de plakjes bladerdeeg uit te rollen tot een iets dunnere lap deeg, in verband met het gaar worden van de bodem.
- Bak de spekjes zachtjes aan en laat uitlekken op keukenpapier.
- Verwarm de oven tot 200 graden.
- Klop de eieren met de slagroom en melk goed door elkaar, doe de spekjes en geraspte kaas, beetje nootmuskaat, peper en zout er bij.
- Strooi eerst wat paneermeel op de deegbodem en doe het mengsel er bij.
- Laat nog ongeveer 30 minuten* bakken.

Sylvia Aagenborg

Op mijn blog nog meer verhalen met foto`s:
https://www.daarginds-in-de-groene-heuvels.blogspot.nl/

| top |