Aix en Provence, een lome zondagmiddag
De zon hing als een overrijpe perzik in de azuurblauwe lucht, uitgietend over de terracotta daken en okerkleurige gevels van Aix en Provence. De platanen langs de Cours Mirabeau, hun bladeren glinsterend in het licht, boden schaduw aan flanerende toeristen en locals die genoten van een ijsje of een café crème.
Jean Louis, een man met een verweerd gezicht en ogen die de wijsheid van vele zomers weerspiegelden, zat op een terrasje aan de rand van de Cours. Hij nipte van een glas pastis, de anijssmaak dansend op zijn tong, terwijl hij de drukte gadesloeg.
Zijn blik dwaalde af naar de fontein op het middenplein, waar kinderen met waterpistolen elkaar besproeiden, hun gelach door de warme lucht galmend. Hij glimlachte. Het was een tafereel dat hij al ontelbare keren had gezien, maar dat nooit zijn charme verloor.
Aix en Provence, zijn stad, bruiste van leven, ondanks de lome zondagsrust. De geur van lavendel en tijm hing in de lucht, vermengd met de aroma's van versgebakken brood en gegrilde groenten.
Jean Louis sloot zijn ogen en liet zich meevoeren door de geluiden en geuren van zijn geliefde stad. Hij dacht aan de talloze zondagen die hij hier had doorgebracht, met vrienden en familie, genietend van de eenvoudige geneugten van het leven.
Een plotselinge windvlaag deed hem zijn ogen openen. Hij keek op en zag een groepje muzikanten op een hoek van het plein. Ze speelden accordeon, gitaar en viool, hun muziek vullend de straat met vrolijke melodieën.
Jean Louis voelde een onweerstaanbare drang om op te staan en te dansen. Hij zette zijn glas neer, veegde zijn mond af met de achterkant van zijn hand en stapte van het terras af.
De muziek trok hem naar het midden van het plein, waar hij zich al snel bij een kring van dansende mensen voegde. Hij sloot zijn ogen en liet zijn lichaam bewegen op de ritme van de muziek, alle zorgen en beslommeringen van het dagelijks leven vergetend.
Op dat moment was er niets anders dan de muziek, de zon op zijn huid en de lach op zijn gezicht. Aix en Provence, zijn stad, had hem weer eens betoverd.
Terwijl hij danste, dacht Jean Louis aan de rijke geschiedenis van zijn stad, van de Romeinen tot de Renaissance. Hij dacht aan de beroemde kunstenaars die hier hadden gewoond en gewerkt, zoals Cézanne en Van Gogh. Hij dacht aan de Provençaalse keuken, met zijn verse, lokale ingrediënten.
Aix en Provence was meer dan een stad; het was een manier van leven. Het was een plek waar men kon genieten van de eenvoudige geneugten van het leven, omringd door schoonheid en traditie.
Jean Louis danste tot de zon onderging, en de lucht paars en oranje kleurde. Toen de muziek stopte, nam hij afscheid van de andere dansers en liep hij langzaam terug naar zijn terrasje.
Hij bestelde nog een glas pastis en genoot van de laatste momenten van de dag. Hij wist dat hij hier nog lang naar zou blijven terugkomen, naar zijn geliefde Aix en Provence.
© Jan van der Mars,
Utrecht 2024